Medewerker schoonmaak/afwas I

Medewerker schoonmaak/afwas I

Terug naar overzicht

De medewerker schoonmaak/afwas I wast af en maakt serviesgoed, glaswerk, bestek en keukenmaterialen gereed voor gebruik. De medewerker schoonmaak/afwas maakt hierbij (in de regel) gebruik van een automatische was-/spoelmachine, maar verricht ook handmatige werkzaamheden (b.v. afspoelen, poleren). Functiehouder heeft een vakinhoudelijk leidinggevende.

Toegevoegde waarde

Resultaatindicatoren

Afwassen

Vuil serviesgoed, glaswerk, bestek en keukenmaterialen zijn gesorteerd, ontdaan van vuil en etensresten en in daartoe bestemde rekken geplaatst op de invoerbaan van de was-/spoelmachine. De machine is bediend. Zo nodig is handmatig afgewassen. Gewassen en gedroogd serviesgoed, glaswerk, bestek en keukenmaterialen zijn van de afvoerbaan afgenomen, zo nodig nagedroogd of gepoleerd en getransporteerd naar de gebruikslocatie, c.q. magazijnruimte.

  • schoon serviesgoed, bestek e.d.;
  • efficiënt werken;
  • uiterlijke staat werkplek;
  • conform voorschriften (o.m. instructie, werkmethoden,
  • HACCP en presentatie).

Opruim- en schoonmaakwerkzaamheden

De keuken is schoongehouden, vloeren, wanden en apparatuur zijn gereinigd en afval is afgevoerd. Transportwagens zijn zo nodig gereinigd. Met behulp van transportwagens is schoon servies, glaswerk, bestek e.d. afgevoerd naar magazijnruimte. Eventuele problemen met apparatuur of de voortgang zijn gemeld aan de leidinggevende. 

  • conform voorschriften (o.m. instructie, werkmethoden, HACCP);
  • nette en opgeruimde magazijnruimte.

Bezwarende omstandigheden

  • krachtsinspanning bij het tillen van rekken serviesgoed, bestek e.d. en bij het duwen van transportwagens;
  • lopend en staand werken, soms in gedwongen houding (opzetten/afnemen van rekken);
  • hinder van geluid van rinkelend serviesgoed en geluid van apparatuur, van vocht en aanraking met vuil en etensresten;
  • kans op letsel door het uitglijden op gladde vloeren, alsmede op letsel aan vingers en ledematen door beknelling of stoten of snijden aan gebroken glas.

Competentieprofiel

Betrokkenheid:

  • is trots op zijn bedrijf en de eigen bijdragen daarin;
  • spreekt positief over zijn bedrijf;
  • voelt zich prettig bij de waarden en normen van het bedrijf.

Doorzettingsvermogen:

  • zet uit eigen beweging door bij beletsel en hindernissen;
  • heeft een lange adem;
  • houdt vol tot het doel bereikt is.

Inzet tonen:

  • is bereid om alles aan te pakken;
  • is niet tevreden met een gemiddelde prestatie;
  • stopt pas als het werk klaar is;
  • neemt verantwoordelijkheid voor het eigen werk.

Samenwerken:

  • stelt het gezamenlijke belang boven het eigen belang;
  • helpt collega’s ook zonder dat ze er om vragen;
  • gaat uit van het motto ‘vele handen maken licht werk’;
  • heeft een prettige en plezierige omgang met collega’s.

Niveau-onderscheidende kenmerken

Medewerker schoonmaak/afwas I

Aard werkzaamheden

  • sorteren van vuile vaat;
  • bedienen van was- en spoelmachine;
  • opruimen en transporteren van schone vaat naar de daartoe bestemde locatie, magazijnruimte;
  • schoonmaken van gebruikte materialen, apparatuur en machines alsook de werkomgeving

Kennis en ervaring

  • mbo 1 werk- en denkniveau;
  • kennis van materialen en machines en te gebruiken schoonmaakproducten;
  • kennis van bedrijfsspecifieke voorschriften.

Functiegroep

1 (referentie)

Downloads

Om je eigen bedrijfsfunctie op te stellen, kun je het functiedocument downloaden als Microsoft Word- of Pdf-bestand. Het functiedocument omvat een omschrijving van de referentiefunctie en de niveau-onderscheidende kenmerken. In de Word-bestanden kun je de functie herschrijven zodat deze passend is voor je eigen organisatie.