Medewerker programmering II
Terug naar overzichtDe medewerker programmering II komt voor in horecagelegenheden zoals discotheken, hotels, clubs, cafés en gelegenheden waar events/producties worden georganiseerd. Hij/zij levert input aangaande producties, die (door creativiteit en inspelen op trends) in belangrijke mate de aantrekkelijkheid van de horeca onderneming bepalen. De medewerker programmering II coördineert/regelt de uitvoering van producties (tot ca. 250 gasten) met eigen en ingehuurde medewerkers en middelen. De medewerker programmering II stuurt 5 tot 20 (parttime) medewerkers vaktechnisch aan. Functiehouder heeft een vakinhoudelijk leidinggevende.
Toegevoegde waarde |
Resultaatindicatoren |
---|---|
Aanzet en uitwerking programmering Trends en ontwikkelingen op het vakgebied zijn gesignaleerd en dienen als input omtrent het uitwerken van ideeën het opstellen van de planning voor producties. Het programma is uitgewerkt en vervolgens voorgelegd aan de bedrijfsleiding/opdrachtgever ter fiattering. |
|
Voorbereiding productie Ter voorbereiding van het event/de productie is een draaiboek opgesteld en verspreid, zijn artiesten en andere dienstverleners ingekocht, zijn afspraken met hen vastgelegd en zijn decorstukken, flyers en ander promotiedrukwerk geproduceerd. |
|
Voortgang productie De uitvoering van de productie is gecoördineerd/geregeld. Werkzaamheden zijn toegewezen, instructies zijn gegeven, afspraken met externen zijn gemonitord en voorkomende problemen zijn opgelost. Bijzonderheden zijn afgestemd met in- en extern betrokkenen. De voortgang en uitvoeringskwaliteit van de werkzaamheden en naleving van voorschriften is bewaakt. |
|
Evaluatie productie Producties zijn geëvalueerd en verantwoording is afgelegd t.a.v. realisatie van kosten ten opzichte van het budget. Dit dient als input voor het doen van verbetervoorstellen. |
|
Bezwarende omstandigheden
- Niet van toepassing.
Competentieprofiel
Creativiteit:
- zoekt uitdagingen in het bedenken van nieuwe werkwijzen, producten e.d.;
- komt met ideeën die getuigen van een grote verbeeldingskracht;
- weet trends en ontwikkelingen te vertalen naar wezenlijk nieuwe producten/diensten.
Leiderschap tonen:
- geeft medewerkers taken passend bij hun kwaliteit of ontwikkeling(snoodzaak);
- weet wanneer anderen benaderd moeten worden om draagvlak te krijgen;
- geeft zonder aarzeling de eigen mening en onderbouwt deze met feiten en argumenten.
Ondernemerschap:
- weet wat (potentiële) gasten/klanten aanspreekt;
- ruikt de kansen in de markt;
- houdt rekening met relevante omgevingsfactoren;
- maakt afwegingen op basis van kosten/baten-analyses.
Plannen en organiseren:
- bakent zaken af in benodigde tijd, middelen en mensen;
- voorziet knelpunten en neemt actie;
- schept randvoorwaarden om zaken gedaan te krijgen.
Niveau-onderscheidende kenmerken
Functiegroep |
6 |
7 (referentie) |
8 |
---|---|---|---|
Medewerker programmering I |
Medewerker programmering II |
Medewerker programmering III |
|
Aard werkzaamheden |
|
|
|
Leidinggeven |
|
|
|
Scope |
|
|
|
Kennis en ervaring |
|
|
Aanvullend:
|
Downloads
Om je eigen bedrijfsfunctie op te stellen, kun je het functiedocument downloaden als Microsoft Word- of Pdf-bestand. Het functiedocument omvat een omschrijving van de referentiefunctie en de niveau-onderscheidende kenmerken. In de Word-bestanden kun je de functie herschrijven zodat deze passend is voor je eigen organisatie.